Binnen twee zeer verschillende onderwijssystemen, die van Nederland en die van de Amerikaanse staat Maryland, krijgt een overtuigend idee steeds meer vorm: dat leraren een fundamenteel begrip zouden moeten hebben van hoe leren werkt gebaseerd op onderzoek in plaats van op mode of intuïtie. Het klinkt als een onomstreden gedachte. Wie wil er immers niet dat onderwijs wordt gegeven op basis van het best beschikbare bewijs? En toch ontdekken beide landen dat het vertalen van bewijs naar praktijk, en praktijk naar beleid, veel moeilijker is dan het op het eerste gezicht lijkt. In deze blog gaat prof. dr. Jim Heal in op het waarom.
Nederland overweegt een gedurfd voorstel
In Nederland overweegt het Ministerie van Onderwijs een voorstel om het lesgeven vanuit evidence-informede benaderingee een expliciete professionele verplichting voor leraren te maken (Onderwijsraad, 2025). Op verzoek van het parlement onderzoekt de Onderwijsraad nu wat zo’n verplichting precies zou betekenen.en beoordeelt zij zowel de potentie als de risico’s ervan.
Het lijkt erop dat het doel niet is om leraren vast te leggen aan een rigide set van methoden maar om ervoor te zorgen dat iedere leraar een basisbegrip heeft van hoe leren werkt: hoe geheugen wordt gevormd, waarom voorkennis ertoe doet, waarom spreiding en retrieval practice het leren versterken en waarom misconcepties zo hardnekkig kunnen zijn.
Het is een stap die Nederland bovenaan zou plaatsen in een wereldwijde verschuiving richting onderwijs dat wordt verankerd in de wetenschap van leren.
Een recente academische review waarschuwt echter voor te veel optimisme rond evidence-informed onderwijsbeleid en de toepassing ervan in de dagelijkse onderwijspraktijk. In een paper die vorige maand verscheen (Van der Steen et al., 2025), onderzochten onderzoekers het Nederlandse onderwijsbeleid tussen 1985 en 2023 om te bepalen hoeveel maatregelen in die periode waren gebaseerd op principes van evidence-informed onderwijs. De conclusie was duidelijk: ondanks decennialange retoriek waren maar zeer weinig Nederlandse onderwijsmaatregelen daadwerkelijk gestoeld op robuust wetenschappelijk bewijs.
De auteurs lieten bovendien zien dat beslissingen op beleidsniveau historisch gezien veel sterker zijn beïnvloed door politiek en pragmatiek dan door onderzoeksresultaten. Dit moet een nuchtere herinnering zijn dat wetgeving die het gebruik van evidence voorschrijft, nog geen evidence-informed systeem oplevert. Verandering op deze schaal komt in werkelijkheid niet voort uit een checklist van goedgekeurde strategieën, maar uit een samenspel van het best beschikbare onderzoek, het professionele oordeel van leraren en de lokale contexten waarin principes met zorg en consistentie moeten worden toegepast.
Ondanks deze uitdagingen, zien we ook progressie binnen het Nederlandse systeem. In een paper die afgelopen september werd gepubliceerd (Jepma et al., 2024), ontdekten onderzoekers dat in Nederlandse scholen waar evidence-informed benaderingen waren ingevoerd, leraren niet alleen verbeterde resultaten rapporteerden, maar ook een sterker gevoel van professionaliteit ervaarden, meer werktevredenheid en grotere autonomie.
Onderwijspraktijken die zijn geworteld in evidence kunnen, althans in deze scholen, een bron van versterking en vakmanschap zijn in plaats van een bureaucratische last. Dit versterkt ook iets dat we al lang weten over veranderingsprocessen in het onderwijs:
Vooruitgang in het leraarschap krijgt pas écht vorm wanneer deze wordt geleefd, niet wanneer deze opgelegd wordt.
Maryland: een stille pionier in de Verenigde Staten
Terwijl Nederland nadenkt over een mogelijke wettelijke verplichting tot evidence-informed onderwijs, heeft Maryland al gehandeld. De staat is de eerste in de VS die een evidence-informed begrip van de science of learning (wetenschap van het leren) in de wet heeft vastgelegd. Uiterlijk juni 2026 moeten alle leraren in Maryland aantonen dat zij een basiskennis hebben van hoe leren plaatsvindt en hoe onderzoeksgebaseerde principes hun instructie beïnvloeden.
Om te begrijpen hoe de staat deze mijlpaal bereikte, hoef je slechts te kijken naar wat er de afgelopen tien jaar in één district gebeurde. Frederick County Public Schools, een district met 48.000 leerlingen, begon tien jaar geleden met een experiment: het systematisch integreren van de wetenschap van het leren in de systemen, structuren en praktijken van haar ongeveer 70 scholen.
Leraren werden getraind in evidence-based leerprincipes zoals cognitieve belastingstheorie, retrieval practice, gespreide herhaling en het belang van voorkennis. Leidinggevenden hebben een herontwerp gemaakt voor professionele ontwikkeling op basis van onderzoek en tal van procedures, van curriculumkeuze tot klasobservatie en onderwijskundige coaching, werden doordrenkt met voorbeelden die laten zien hoe leerlingen echt leren. In die periode zag de staat indrukwekkende vooruitgang (The 74 Million, 2024; Maryland State Department of Education, 2024).
De beheersing van Engelse taalvaardigheid in groep 3 steeg van 49,5% in 2018 naar 60% in 2023. Daarnaast nam de wiskundevaardigheid in kansarme subgroepen toe. Zo steeg de beheersing bij Afro-Amerikaanse derdeklassers van 38% in 2018 naar 43,8% in 2023 en bij leerlingen met een laag inkomen van 32% naar 37,6% in dezelfde periode. Zelfs wanneer rekening werd gehouden met leerverlies door de pandemie. Hoewel deze bevindingen een correlationeel verband laten zien (en dus geen causaal verband), zeggen leraren (ook degenen die aanvankelijk sceptisch waren) dat ze enthousiast zijn geworden over deze aanpak en de positieve invloed ervan in hun dagelijks werk ervaren.
Dankzij Frederick County heeft Maryland nu een van de grootste professionaliseringstrajecten in de VS gelanceerd. Waarbij meer dan 30.000 leraren en schoolleiders training krijgen in de science of reading en de science of learning.
Het verhaal van Maryland illustreert iets essentieels: wetgeving is zelden het begin van een hervorming. Meestal vormt het de bekroning daarvan.
Hierdoor werd in de wet een decennium aan lokale experimenten vastgelegd waarmee de meest gedurfde stap tot nu toe werd gezet: Het normaliseren van toegepaste wetenschap van leren te in plaats van deze uitzonderlijk te maken.
Reden voor hoop én kanttekeningen
Gezamenlijk wijzen Nederland en Maryland op wat één van de bepalende onderwijskundige bewegingen van het komende decennium kan worden: de verschuiving naar evidence-informed onderwijs. Beide contexten bieden hoopvolle lessen, maar tonen ook de potentiële valkuilen.
- Ten eerste gaat deze beweging niet over het opleggen van één universele methode. Evidence-informed onderwijs werkt alleen wanneer het wordt gecombineerd met professioneel oordeelsvermogen. Leraren moeten principes kunnen aanpassen en niet kopiëren. De wetenschap van het leren beschrijft namelijk tendensen en geen scenario's.
- Ten tweede is context van belang. Een strategie die goed werkt in een Nederlandse Montessorischool, kan er heel anders uitzien in een meertalige klas in Baltimore. Evidence vervangt niet het begrip van de eigen context, al kan het die wel waardevol aanvullen.
Het succes óf falen van elke hervorming zit in de implementatie, niet in de wetgeving. Leraren hebben tijd, ondersteuning en samenwerkingsruimte nodig om onderzoek te duiden. Ze hebben leiders nodig die begrijpen dat evidence de praktijk informeert maar niet voorschrijft. En systemen die de complexiteit van het leraarschap respecteren in plaats van deze te reduceren tot naleving.
Waar de toekomst naartoe kan leiden
Voor nu fungeren Nederland en Maryland, in zekere zin, als proeftuinen voor de effectiviteit van evidence binnen onderwijsbeleid en -praktijk. Als zij op schaal succesvol blijken, zouden zij kunnen laten zien dat beleid dat inzet op meer evidence-informed onderwijs, kan bijdragen aan een hernieuwde professionaliteit. Een professionaliteit die de expertise van leraren versterkt door deze te baseren op een dieper begrip van hoe leren werkt, en die leidt tot transformerende onderwijsresultaten voor alle leerlingen.
Laten we het hopen.
Bronnen
- Jepma, I., Willemsen, M., & Haagsman, A., with van den Berg, E., & de Groot, J. (2024, October 10). Kennisgedreven onderwijs: Onderzoek naar evidence-informed werken in het funderend onderwijs. Sardes / SEO Economisch Onderzoek. https://open.overheid.nl/documenten/c1576617-745d-4aa6-aaaf-4f213036318a/file
- Onderwijsraad. (2025). Denk mee over het gebruik van evidence in onderwijspraktijk en onderwijsbeleid. https://www.onderwijsraad.nl/adviezen/adviezen-in-voorbereiding/in-voorbereiding/evidence-in-onderwijspraktijk-en-onderwijsbeleid
- Van der Steen, M., et al. (2025). Evidence-based education policy in practice: The case of the Netherlands.
- The 74 Million. (2024). What happens when a 48K-student district commits to the science of learning.
- Maryland State Department of Education. (2024). Science of Reading and Learning Science Initiatives.
Benieuwd naar de Engelse versie van deze blog? Klik hier
Prof. dr. Jim heal is professor en docent bij Academica.
