In deze blog pleit Sonja voor het volgende: geen verschuiving van verantwoordelijkheid, maar een gedeelde opgave waarbij scholen, leraren én overheid samen optrekken. Want? Recent onderzoek van SEO (2025) en de discussie in het FD laten zien dat kansengelijkheid te vaak als eenzijdig vraagstuk wordt benaderd. Terwijl: de werkelijkheid is complexer.
Onlangs kopte een artikel in het Financieel Dagblad “Gelijke kansen beginnen thuis en niet op school” (Craats, 2025). Craats (2025) reageert daarmee op een recent onderzoek van SEO Economisch Onderzoek (2025) waarvan de gepresenteerde resultaten laten zien dat naast het inkomen van ouders ook andere factoren uit de thuisomgeving (ontspannings- en ontwikkelmogelijkheden, mate van stress en voorzieningen thuis) gecorreleerd zijn met schoolprestaties in het primair onderwijs in Nederland. Deze uitkomsten en een falend kansengelijkheidsbeleid in het onderwijs zouden er volgens de auteur op wijzen dat de dalende leerprestaties wellicht meer verklaard kunnen worden door een achterblijvend beleid dan door een falend onderwijssysteem. Ik pleit voor een inzet op beiden. De focus moet niet verlegd worden van de leerling naar de ouder zoals de auteur suggereert, maar naar de school, leraar én het verbeteren van de thuissituatie, waarbij verantwoordelijkheden verdeeld zijn.
De in het rapport van SEO (2025) gepresenteerde uitkomsten zijn niet nieuw. Ook in 2024 bijvoorbeeld werd in de Staat van het Onderwijs niet alleen de zorg geuit dat te weinig leerlingen in het primair onderwijs de referentieniveaus halen maar ook dat zowel externe omstandigheden als de kwaliteit van onderwijs hier een rol in spelen.
De Onderwijsinspectie (2024) was daarbij helder: de verantwoordelijkheid voor het behalen van de referentieniveaus ligt bij de scholen, de verantwoordelijkheid voor de externe omstandigheden ligt bij de overheid.
Ook het rapport van SEO (2025) onderschrijft dat verschillen in onderwijsresultaten tussen kinderen niet alleen tot stand komen door verschillen in omgevingsfactoren of in de thuissituatie, maar ook door verschillen in het onderwijs: "Het Nederlandse onderwijs kan de prestaties van kinderen verbeteren door beter opgeleide docenten, anders ingedeelde curricula en het aanbieden van ontwikkelmogelijkheden" (p 16). Zo worden het blijvend monitoren van de groei van de opbouw van kennis en vaardigheden van leerlingen, een intensieve inzet op taal-en rekenen, goed opgeleide docenten en inzet van onderwijsassistenten als oplossingsrichtingen genoemd (SEO, 2025).
Dat daarnaast ook het aanbieden van schoolmaaltijden en een verbeterde toegang tot jeugdzorg als oplossingsrichtingen worden genoemd, bevestigt dat de opgave voor kansengelijkheid een gedeelde is. Echter, een gedeelde opgave met verschillende verantwoordelijkheden. Zoals ook Craats (2025) beschrijft, zijn schoolmaaltijden een symptoombestrijding van het ontberen van een fundamenteel recht, waardoor de wortel van het probleem niet wordt aangepakt. Hierbij worden schoolmaaltijden bovendien zonder evidentie als één van de oplossingen voor de dalende leerprestaties op het bordje van de school geschoven. Dat laatste is problematisch, want het zou zomaar de aandacht kunnen afleiden van de evidentie die er wel is voor de mogelijkheden tot verbeteren van de leerprestaties van alle leerlingen en het verkleinen van de kansengelijkheid en daarmee kunnen leiden tot een self-fulfilling prophecy. Kansengelijkheid vraagt om geïnformeerde keuzes.
Zo wordt in de Staat van het Onderwijs (2024) het belang benadrukt van een gelijk leerstofaanbod voor alle leerlingen. In de praktijk worden leerlingen bijvoorbeeld nog te vaak ingedeeld in niveaus met verschillen in leerstofaanbod. Hierdoor krijgen bepaalde leerlingen minder aanbod op streefniveau, wat invloed heeft op hun uitstroomniveau. Dat, terwijl de resultaten van leerlingen in klassen met niveaugroepen niet beter zijn dan in klassen zonder niveau groepen (de Wolf, 2023).
Daarbij laat onderzoek zien dat leerlingen uit gezinnen met een lage sociaaleconomische status (SES) vaker te maken hebben met lage verwachtingen van leraren (Wang et al., 2018), met een grotere kans om ten onrechte in een lagere niveaugroep ingedeeld te worden.
In de Staat van het Onderwijs (2024) wordt ook het belang van hoge verwachtingen en uitdagende leerdoelen voor alle leerlingen benadrukt. Daarbij worden peer tutoring, extra instructie, pre-teaching en verdiepend aanbod als kansrijke manieren van differentiatie benoemd. Dit sluit aan bij inzichten uit verwachtingenonderzoek (Rubie- Davies, 2015). Verwachtingenonderzoek laat zien dat in klassen van leraren met hoge verwachtingen voor álle leerlingen niet alleen de prestatiekloof tussen hoog-en laagpresteerders verkleind wordt, maar alle leerlingen een substantiële groei in prestaties doormaken (Rubie-Davies & Hattie, 2024).
Ook een recente studie van het CPB (2025) liet zien dat scholen het verschil kunnen maken in het vergroten van de leerwinst van de leerlingen in hun school: leerling samenstelling en schoolkenmerken verklaarden slechts een deel van de grote verschillen in leerwinst tussen scholen. Alhoewel het rapport van SEO (2025) laat zien dat de werkelijkheid weerbarstig is en dat ontwikkelingen in de externe omstandigheden van leerlingen zich niet afspelen in een vacuüm, laat onderzoek tegelijkertijd zien dat goed onderwijs een grote rol kan spelen bij het vergroten van de leerwinst van alle leerlingen en het vergroten van kansengelijkheid. Belangrijk is daarbij dat de verschillende verantwoordelijkheden erkend en integraal opgepakt worden om de impact daadwerkelijk te vergroten.
Van het onderwijs vraagt inzet op gelijke kansen niet alleen een reflectie op wat kansengelijkheid behelst, maar ook op wat dit betekent voor het onderwijs ( Burgers & Denessen, 2024 ; Elffers, 2022), zowel op schoolniveau als in de klas. Onderwijs vanuit hoge verwachtingen voor álle leerlingen is in ieder geval een kansrijke start.
Hieronder lees je meer over professionalisering voor schoolleiders en leraren over het thema kansengelijkheid. Mocht je met een schoolteam aan de slag willen, lees er meer over in het HERO programma.
De schoolleider - Werken vanuit hoge verwachtingen
Ontdek hoe je als schoolleider hoge verwachtingen bij leraren versterkt, gebaseerd op het HERO-model en recente onderzoeken. Je krijgt evidence-informed inzichten, praktische werkvormen en tools die direct toepasbaar zijn in je eigen schoolcontext.
Kansengelijkheid en hoge verwachtingen
In dit programma staat centraal hoe leraren kunnen bijdragen aan het verkleinen van kansenverschillen in de klas. Hierbij is onderwijs vanuit hoge verwachtingen het uitgangspunt waarbij een aantal thema’s uitgelicht worden.